donderdag 13 april 2017

De vrouw die ‘Merde!’ zei


De post bracht twee klassieke Hergé-studies, opnieuw uitgegeven in een voordelige Folio-editie.

Allereerst het voorbeeldige essay (eerste druk 1989) over de expressieve manifestaties van Hergés eerste vrouw:


Hélène Grémille, destijds hoogleraar Semantiek en Cognitie aan de Sorbonne in Parijs, onderzoekt de dichterlijke spleen in de brieven en dagboeknotities van Germaine Kieckens. Als jong en veelbelovend medewerkster van de Paris Match legde Grémille al in 1959 een eerste basis voor haar baanbrekende studie:


Minder bekend is de pathopsychologische beeldanalyse…


…die Christophe Boltan in 1984 maakte van een fragment uit LUNE. In kringen van tintinologen geldt Boltan als een beruchte haarklover en de 369 pagina’s die hij hier wijdt aan één plaatje uit het oeuvre van Hergé hebben daar zeker aan bijgedragen. Nochtans was hij het die met deze uitgave de ‘affaire de la lumière rouge’ aanzwengelde.

Pak het eerste MAAN-album er even bij (pagina 23) en zie:


Aanvankelijk tekende Hergé een rood alarmlicht boven zijn gesloten deuren. Dat deze een pagina later, in het uiteengerafelde fragment, ontbreekt, noemt Boltan geen slordigheid, maar ‘een overgave aan het onvermijdelijke’: de Tekenaar verzet zich niet langer tegen zijn geestelijke uitputting.