donderdag 23 maart 2017

Of toch maar iets met een anaconda ?


I.
Met S. naar Drenthe waar de jongste broer van haar reeds lang gestorven opa aan de koelplaat lag geplakt. Een nakomertje van bijna honderd – eindelijk weer eens een sterven waarmee ik me geheel kon verzoenen.
De zon wierp een ruit van licht op ooms melkwitte gelaat en door de gesloten ramen klonk het gedempte koeren van houtduiven.
‘Je kijkt wel erg blij en tevreden,’ zei S. bestraffend.
Ach ja. Lente!

II.
En nog maar een tikje op de vingers, nu van een TINTINPERDU-lezer die zich ontevreden toont over mijn opmerkingsgave:

‘Het omslag van PICAROS bevat wel degelijk een ‘mysterie’ voor de lezer…:


…namelijk: Waar kijkt Kuifje toch naar?’

Ik wil best een gokje wagen. Onze held kijkt onzeker naar de regisseur van de second unit en vraagt zich af of er wel overtuigend wordt weggerend. Hij heeft beslist geen zin in nóg een take, zijn broek schrijnt bij het kruis.

Op pagina 26 treffen we de tekening waarop dit omslag is gebaseerd:


Laten we er geen doekjes om winden: een afschuwelijk prentje – zeker voor wie zich herinnert hoe vloeiend onze helden zich ooit over het papier bewogen.

III.
Bevat PICAROS een sterker motief voor een sterker omslagbeeld? Ik betwijfel het. Toch wijst lezer Michiel Prior me erop dat het nu vooral een reprise is:


Bij Kuifje en Haddock is de beweegreden (dit kunnen we letterlijk nemen) ongewis, bij Jo en Suus klaar als een klontje. Uitbarstende vulkaan! Wegwezen! Die gezonde vluchtreflex zagen we al eerder herhaald, in de slotfase van VOL 714:


Als Hergé dit krachtige wegrennen voor de dreigende lavastromen had gebruikt als omslagmotief voor zijn tweeëntwintigste Kuifje-album, wat hadden we dan op nummertje 23 gezien? Een carnavalsoptocht? Of toch maar iets met een kaaiman en een anaconda?


Nogmaals: valt er aan het redundante PICAROS überhaupt een betekenisvol omslagbeeld te onttrekken?