donderdag 30 juni 2016

Ongezien het mooiste exemplaar !


I.
Had ik me nog zo voorgenomen om geen woorden meer vuil te maken aan het meest onzinnige relict uit het Kuifje-universum, wijst D. me op deze ‘achat immédiat’ op eBay:


55.000 verkwiste euro’s voor, daar is ie weer, de édition universelle (ook wel: édition avant la lettre) van CONGO. De begeleidende tekst meldt: ‘Parfait état, le plus neuf des 7 exemplaires connus !’ Van de bekende exemplaren zou dit het mooiste exemplaar zijn.

Maar wacht eens even! Was dat mooiste exemplaar niet juist vorige maand geveild door Catawiki? Over dát exemplaar merkte veilingmeester Jacques Pels in een persbericht op: “Het tekstloze Kuifje album is na 68 jaar nog altijd in bijna nieuwstaat. De andere exemplaren zijn in minder goede staat en dat maakt het album in de veiling het duurste album van de 7 bekende exemplaren”.

Dat blijkt dus ook al een pr-praatje. Wie althans het beeldmateriaal vergelijkt, moet concluderen dat de eBay-versie allerminst ‘in minder goede staat’ is maar juist nieuwstatiger.

II.
Nieuwstatig is ook het klapstuk van de grote najaarsveiling van ArtCurial:


De édition Oedipus (ook bekend als de ‘édition avant la lumière’) van CONGO. Eind jaren veertig vervaardigd in een oplage van vijf exemplaren - bestemd voor de blindenbibliotheek van de witte pater Grégoire Vanneste en zijn confraters in hun missiepost in Kirungu (Boven-Congo). Van de slechts nog twee bekende exemplaren is dit ongezien het mooiste exemplaar! Richtprijs € 900.000 – 1.100.000.


maandag 27 juni 2016

De angel is uit de kwestie !


Keren we nog even terug naar het vraagstuk dat zich vorige week aandiende:


Is een volledige bedrukte krant niet een Fremdkörper binnen de schriftlijnen van de Klare Lijn?

Het pastoraal team van het Hergé Genootschap trok zich dit weekeinde terug in het parlatorium van het Cisterciënzer kloostercomplex in Maulbronn (Baden-Württemberg) en kwam zondagnacht met het volgende (unanieme) besluit naar buiten:

‘Binnen de Klare Lijn is het sluitend maken van een krantenpagina zeker netjes.’

De BNS, de Beroepsvereniging van Nederlandse Stripmakers, laat in een eerste reactie weten ‘enorm opgelucht’ te zijn over de uitkomst van het HG-overleg. Voorzitter Hans Pols: ‘De angel is uit de kwestie! Onze vakgroep-Klare Lijn wil nu zo snel mogelijk in gesprek gaan met haar leden om het nieuwe richtsnoer toe te lichten. Angst en onwetendheid hebben te lang gezorgd voor creatieve verlamming en gefnuikte carrières. Iedereen kent wel de schrijnende gevallen van tekenaars die noodgedwongen naar zuurstof hebben gezocht in bijvoorbeeld de Atoomstijl, maar daarin niet lekker functioneren.’

Verrassend is overigens het opduiken van dit tweede-graads reliek:


Het origineel van de krant (met dank aan Jan Aarnout Boer) waarvan de voorpagina Haddock zozeer onthutst:



vrijdag 24 juni 2016

In de afgrond


Zetten we ook hier de schijnwerpers op Boris Johnson, de grote voorvechter van de Brexit, die de EU ‘an outdated absolutist ideology’ verweet en de uitvoerders ervan ‘een rigide bende die [bij ons] politieagent komt spelen’.

Boris mag vandaag feestvieren, maar het orakel Hergé ziet het somber in:


Zoals de Tekenaar in De Zwarte Rotsen ook haarfijn het gevoel van de jonge generatie Britten lijkt te verbeelden:


Een gedwongen en ongewisse jump into an abyss waar 73 procent van de 18- tot 24-jarigen geen trek in heeft.

Overigens schatte Bob de Moor het dramatische effect van bovenstaande situatie te laag in en gooide hij er in zijn versie nog wat extra effecten tegenaan:


Let goed op het bevende uitroepteken: in zeer letterlijke zin zien we hier lichaamstaal. Het zijn immers Kuifjes knieën die dit signaal van ontzetting afgeven.

donderdag 23 juni 2016

Correcties, aanvullingen en gekruiste beentjes


I.
Nu we het toch over asymmetrisch zitten hebben:


28 december 1969: Goscinny, Uderzo, Franquin en Hergé kwetteren met gekruiste beentjes over hun vak. Alleen Alain de Saint Ogan (rechts achter de presentator) bewaakt zijn mannelijkheid en slaat zijn benen niet over elkaar:


Met dank aan Ivo Mans voor de screenshot en de link naar het filmpje

II.
Jean-Marc van Tol, bekend van de weergaloze (aan Frans Masereel schatplichtige) ‘Stijloefening nr. 100’, wijst me op een vergissing bij deze afbeelding:


‘Hier gaat het niet om een lege achterkant, maar om een lege voorpagina. Kuifje zit het artikeltje naast de Fokke & Sukke te lezen.’

III.
Gunnen we ook dit beeld nog een herplaatsing:


Geschoten vlak na de jaarwisseling van ’53/’54, noteerde ik. Correspondent Scudder denkt daar anders over:

Het bewuste exemplaar van het weekblad is van 6 januari. Ik weet niet zeker hoe het bij Weekblad Kuifje in die tijd was, maar bij andere tijdschriften lag de tijd tussen het aanleveren van het materiaal en het drukken tussen de één en zes weken. Bij ‘De Spaarnestad’ (waarvoor de moeder van een zeer goede kennis in de jaren zestig en zeventig werkzaam was) en vergelijkbare uitgeverijen/drukkerijen werden bladen als Sjors en Tina drukklaargemaakt zo’n vijf weken voor verschijnen; voor Story gold een periode van drie weken, en voor Panorama twee weken. Ik verwacht dus dat voor het Weekblad er ook een periode van zo’n vier weken gold tussen de definitieve aanlevering en het drukken & verzenden. Dus is de foto niet begin januari 1954, maar begin december 1953 genomen.

dinsdag 21 juni 2016

De volle leegte


Eveneens onvindbaar* in de albumuitgave van BOULES is de klassieke dynamiek (rollende persen, roepende straatventers) bij het verschijnen van de krant:


Maar mijn aandacht werd vooral getrokken door iets wat ik schijnbaar altijd gedachteloos heb geslikt:


Viel het me nu pas op omdat ik de voorbije, droefgeestige dagen nogal vol was van mijn eigen leegte?

Hergé vent dagbladen uit met onbedrukte achterpagina’s (hij begint er zijn Bollen-avontuur zelfs mee). Die kranten met lege bladen (of moeten we heel vileintjes zeggen: pages volées?) zijn een terugkerend fenomeen:


Twee fragmenten uit OREILLE CASSÉE, dat een rijke bron van leemtes blijkt: het album bevat maar liefst tien (10) passages waarin zo’n incomplete krant wordt geconsumeerd. Kuifje doet dat trouwens bij voorkeur asymmetrisch:


Met de benen over elkaar: slecht voor de wervelkolom én het vergroot aanmerkelijk het risico op spataderen. Bovendien is daar dan nog de oligofrene enkeling die de gekruiste-beenhouding bij mannen verwijfd noemt. Maar daar heeft onze jonge held een duidelijk antwoord op:


We dwalen af... Vergeet die beentjes, de oplettende lezer ontdekt in hetzelfde avontuur dat óók de voorpagina’s geen enkel nieuws bieden:


Pas in april 1955 komt het Weekblad met een primeur:


Een volledig bedrukte krant! Let op: zelfs die van de lezer op de achtergrond is van tekst voorzien. Of deze koerswijziging geen Fremdkörper is binnen de Klare Lijn, lijkt me zomaar een aardig puntje van dispuut voor de senior members van het Hergé Genootschap.


*) Het gesneuvelde Zonnebloem-plaatje werd zondag bij Millon afgehamerd op € 12.000.

zaterdag 18 juni 2016

Weer een slachtoffer !


En vooruit, weer eentje die het leven – de dode pauze tussen de dood en de dood – voor gezien hield. ‘Breekbaar als een kolibrie’ staat er op het rouwkaartje dat rept van een uitvaart die in stilte heeft plaatsgevonden. S. beantwoordt mijn verbouwereerdheid met een medeleven dat ik even niet verduren kan. Veel liever troost ik dan dat ik getroost wordt. Op mijn narrigheid volgt ten slotte de verlangde afstand en een sneer: ‘Kan ík er wat aan doen dat ze in jouw kringen bij bosjes omvallen?’

Natuurlijk niet.
Maar wie dan wel?


En wéér een slachtoffer!

En wéér een schone blijk van de brille van Hergé. Bekijk die passage maar eens goed. De doorsnee krabbelaar uit de keuken van de negende kunst zou nu Haddock uit de krant hebben laten voorlezen – een dienstverlening aan de lezer die de facto een saaie aangelegenheid is. Zie dan eens hoe eenvoudig en toch heel ingenieus onze vriend de Tekenaar de monotonie omzeilt:


Zonnebloem leest voor, de gebelgde Haddock zorgt voor het visuele vertier. In de oorspronkelijke versie (18 maart 1944, Le Soir) valt overigens nog een extra grapje te ontdekken dat in albumvorm is gesneuveld:


Nu is ook de wargeestige professor geërgerd omdat de zich verbijtende kapitein hem ‘de hele tijd’ onderbreekt...

Het plaatje gaat morgen onder de hamer bij Millon:


Richtprijs € 9.500 – 10.000. Maar laten we het vandaag eens niet over de centen hebben.

donderdag 16 juni 2016

Maar kijk dan toch!



Redactievergadering bij het Weekblad, vlak na de jaarwisseling van ’53/’54. We zien Hergé in gezelschap van hoofdredacteur André Fernez, zijn secretaris Marcel Dehaye en zijn vroegste assistent Eugène van Nijverseel alias Evany (bij de Petit Vingtième zette hij onder andere het CONGO-avontuur in de inkt).

De heren voeren een toneelstukje op voor de fotograaf, want zoveel geanimeerde belangstelling voor dit…:


…lijkt me anderszins moeilijk te verklaren.

Bestuderen we de foto wat nauwkeuriger dan wordt pijnlijk duidelijk dat het viertal nogal een figuur slaat. Al die koude drukte om het vignet van ‘Goud voor Rome’! De Tekenaar hoeft zijn pen maar een heel klein stukje naar beneden te bewegen…


…om de aandacht te verleggen naar een tafereel dat we ongestraft iconisch mogen noemen:


Januari 1954: Edgar P. Jacobs schrijft en tekent stripgeschiedenis en zijn collega’s lijken het niet in de gaten te hebben.

dinsdag 14 juni 2016

Een lachbui als een zomerzon


Bon, er spelen zich dus méér eigenaardigheden af tijdens de tickertape-parade voor Kuifje. A la recherche-lezer Tom wijst me op dit saillante tafereel:


Commentaar: ‘Daar hangt toch duidelijk iemand uit het raam zijn frietzakje te legen!’

Mars Gremmen, inmiddels de laatst overgebleven stripmaker van De Grote Drie, bespeurt nog veel meer ongerijmdheden:


Handje 1: ‘Men strooit met vloeipapier! En daar valt vast een goede reden voor te bedenken. Maar niet door mij.’ (zie ook de Handjes 2 en 3).

Met Handje 4 legt Gremmen de vinger op een zere plek: ‘Even dacht ik dat Bobbie xtc-pillen kreeg aangeboden. Maar die boze blik krijgt hij door de kraag van de agent achter hem. (Het zullen wel hondenbrokjes zijn.)’

Gremmens terloopse actualisering van ‘het kind in de vensterbank’ bezorgde me overigens een lachbui als een zomerzon.

maandag 13 juni 2016

Uit het raam!



Tickertape-parade voor Charles Lindbergh, 13 juni 1927 – vandaag precies 89 jaar geleden. Een maand eerder maakte Lindbergh als eerste solopiloot een non-stop vlucht over de oceaan.

New York greep in die tijd zo’n beetje elke gelegenheid aan om oud papier uit het venster te smijten: in juli van datzelfde jaar was er opnieuw een parade, nu voor een crew van drie vliegeniers die een trans-Atlantische oversteek maakten.

Onze jonge vriend krijgt zijn karakteristieke eerbetoon op 20 oktober 1932, precies vier maanden nadat de eerste vrouwelijke trans-Atlantische solopiloot was gehuldigd*:


Allerliefst is het beeld van het kind in de vensterbank dat stevig (mogen we hopen) wordt vastgehouden:


Maar let vooral ook op de tronie van de eerste agent te paard:


Die is nogal on-Hergéaans en deed me aan George Grosz en, dichter bij huis, Bob van den Born (Professor Pi) denken.

Enfin, naar al die leuke details is het vergeefs zoeken in het diorama dat figureerde op de grote Tintin: Hergé’s Masterpiece-expositie:




*) Op 1 augustus 1933 zou er ook nog een parade zijn voor Amy Johnson en James Mollison, het eerste getrouwde stel dat de oceaan overvloog.

vrijdag 10 juni 2016

Gruwelijk beeldrijm



De fatale lancering van de excentrieke Archibald. Op 11 mei 2015 schreef ik erover:

Pump crasht met die bijna 250 kilometer per uur in het hekwerk, laat het stuur los en steekt zijn armen in de lucht: een erg theatrale beweging van overgave en zeker iets wat alleen maar kan in de gestolde werkelijkheid van een stripplaatje.

Dat valt dus te bezien. Enter John James ‘Jack’ McGrath:


Vergeet het lullige helmpje en het breed uitwaaierende gebit: in de jaren vijftig is dit een van de populairste coureurs uit de Amerikaanse racerij (‘one of the greatest drivers who never won at the Indianapolis 500’). Ook bekend als ‘The Thin Man’ en ‘The Splendid Splinter’.

Legendarisch is het duel dat McGrath in mei 1955 uitvecht met tweevoudig Indy-winnaar Bill Vukovich, bijgenaamd ‘The Mad Russian’. McGrath moet in ronde 54 opgeven met motorpech, Vukovich haalt evenmin de eindstreep. Zijn resten bevinden zich hier onder het brandende wrak van zijn Hopkins SPL:


Al in november 1955 zien we, luttele seconden voor zijn dood, ook The Splendid Splinter terug in een gruwelijk beeldrijm:


De armen in de lucht, in de gestolde werkelijkheid van wat (moet ik boetvaardig toegeven…) zeker géén stripplaatje is.

woensdag 8 juni 2016

Een executie in Moskou



De post bracht de handelseditie van ‘Soviet Bus Stops’, handzame bundel met 160 foto’s van bushokjes en -hokken (soms afstotend brutalistisch, vaker van een wonderlijke schoonheid) langs wegen in onder andere Kazachstan, Tadjikistan, Oezbekistan en Georgië. Laatste, onbekookte expansie van mijn collectie fotoboeken die inmiddels uitzwelt als een olievlek.

Als ik wil smokkelen, plaats ik het boek op het SOVIET-plankje. Maar daar ontbreekt de connectie. Hoewel het allereerste Kuifje-avontuur een amalgaam is van voort- en voorbijrazende transportmiddelen, verschijnt de enige bus die we in dit album tegenkomen pas op de allerlaatste pagina, en dan ook nog eens in Parijs…


Is er dan geen busvervoer in het postrevolutionaire Rusland? In het fantasie-Moskou dat de jonge Hergé tekent is de stad in elk geval een stinkende bende met uitgestorven straten. Toch zijn die straten eind jaren twintig afgeladen met voetgangers, trams en… bussen, hier bij de Bakhmetevsky-garage, in 1929:


Onze jonge held had de fraaie architectuur van dit busdepot kunnen bewonderen (een constructivistisch meesterwerkje van Konstantin Melnikov) en aldaar op één van de 104 Britse Leyland-bussen kunnen stappen. Ook reden er volop Duitse MAN-bussen, Franse Renaults en zelfs enkele Amerikaanse Ford-bussen door de Sovjet-hoofdstad.

Voor een ritje in de metro was Kuifje overigens een paar jaar te vroeg. Pas in het voorjaar van 1935 werd de eerste lijn geopend. Vergeten feitje: belangrijk medewerker aan de bouw van die lijn is de Nederlandse ingenieur Dirk Schermerhorn (broer van de latere Nederlandse premier Wim Schermerhorn). Hij valt in ongenade bij Stalin als hij kritiek durft te leveren op de bureaucratie en wordt ter dood veroordeeld. Een dag vóór zijn executie op 26 november 1937 verschijnt dit nieuwe nummer van de Petit Vingtième:


‘Pas de chance’ lezen we onder de omslagillustratie van de (alweer) druk reizende Kuifje. En zo is het. Er is geen hondje dat de boeien van de plichtsgetrouwe ingenieur doorknaagt. Evenmin zullen papierpropjes in plaats van kogels zijn tragische dood op het laatste nippertje verhinderen.

maandag 6 juni 2016

RECTIFICATIE: De veilingmeester is onschuldig


I.
Pikant dat de veiling van een tekstloos Kuifje-album zoveel woorden oplevert… Waarmee we terugkomen op het akkefietje met veilingmeester Jacques Pels. Diens Catawiki-collega Patrick Franken spreekt naar aanleiding van mijn vorige post van een ‘standrechtelijke executie’ van een ‘plichtsgetrouwe veilingmeester’ op basis van een kort persbericht (ik kom later nog terug op zijn lange mail). Marketingmanager Mark Borgman geeft toe dat er fouten zijn gemaakt, maar wil de zwarte piet daarvoor graag elders zien: ‘U kunt de fout neerleggen bij onze PR-afdeling in plaats van bij de veilingmeester’.

II.
Uit de mail van Mark Borgman:

In uw artikel wijst u erop dat onze veilingmeester beweert dat het de eerste keer is dat er 1 van de 7 exemplaren wordt geveild. Dat staat idd in het persbericht, maar deze fout is gemaakt door onze PR-afdeling die wat overenthousiast was en de quote niet goed heeft overgenomen. Ik wil met de hand op mijn hart bij u aangeven dat onze veilingmeester duidelijk heeft aangegeven dat het niet de eerste keer was dat 1 van deze albums is geveild. Dit heeft hij zelfs later nog expliciet naar de PR-afdeling gemaild. Hem treft dus geen enkele blaam. Hij heeft echter heel veel last van de negatieve reacties die op de blog volgen. Zijn goede naam is hiermee aangetast.

U zou ons een groot plezier doen om dit artikel te rectificeren - waarbij u de fout kunt neerleggen bij onze PR-afdeling ipv bij de veilingmeester. Zoals gezegd heeft de veilingmeester hier veel last van, terwijl hij ons dus wel van de juiste informatie heeft voorzien.


III.
Puntje van aandacht is dat zowel Franken als Borgman spreken van ‘een persbericht’ terwijl er sprake is van twee (2) verschillende persberichten. In een persbericht van 25 mei (op ANP Pers Support) én in een persbericht van 30 mei wordt gerept van een album dat ‘voor het eerst’ wordt geveild. In het tweede persbericht is die constatering omgebouwd tot een citaat van Pels zelf, het is de veilingmeester die de fout in de mond krijgt gelegd door een ‘overenthousiaste PR-afdeling’. Je kunt er langdurig over pezeweven, maar dat tweede persbericht had er natuurlijk nooit doorheen mogen glippen. Maar Pels is onschuldig, benadrukt ook Patrick Vranken:

Jacques Pels hééft in een toelichting, die voorafging aan het verspreiden van het persbericht, wel degelijk intern gecommuniceerd "dat slechts 5 seconden opzoekwerk nodig waren om meteen een duurder geveild exemplaar te vinden". Ik heb de e-mail hier voor me.

Vooruit, we geloven hem: