vrijdag 22 mei 2015

Leugens & lichtvoetigheid


I.
Telefoontje uit Cannes, van een broodnuchtere S. Of ik weer eens windmolens aan het bevechten was? Betrapt staarde ik naar het scherm van de laptop. Juist broedde ik op een mailtje aan François Tajan van Artcurial, lichtvoetige vermaning aangaande de vermeende exclusiviteit van kavel 111, de curieuze OREILLE uit het vijftiende duizendtal (Slechts één exemplaar bekend… Jaja).

Un petit mensonge. Un meilleur rendement had ik voor de onderwerpregel bedacht.
Nee, met de lichtvoetigheid wilde het niet echt lukken.

‘Ach, ze zoeken het ook maar uit,’ zei ik tegen S. terwijl ik de mail verwijderde. ‘Volwassen mensen... Nog iets moois en ongemakkelijks gezien?’

II.
Lichtvoetigheid op de originelenveiling van Millon:


De knechten van Hergé zijn hier ruim vertegenwoordigd (met onder andere een euh... canailleus inkijkje van Cuvelier), maar de meester zelf zien we slechts terug in een origineel van Stanislas en in bovenstaande prent van Johan de Moor.
Kavel 84, Le sourire d'Hergé.
‘Naar Da Vinci’ noteert De Moor. Moeten we hier, net als bij La Gioconda, een theorie poneren over het waaróm van de glimlach? Dan gok ik erop dat deze Hergé onbedeesd plezier beleeft aan zijn Syldavische koeterwaals:


Rechts van hem een notitievelletje met een dialoog die we kennen uit het MAAN-avontuur:


De klare lijnen van deze auto…


… doen overigens vermoeden dat de Tekenaar iets anders heeft gedronken dan Klow-water.