donderdag 30 januari 2014

Lefdoekje


Hergé was niet mooi. Zijn neus was te groot, zijn gezicht te langgerekt. Hij had een paar van die ondankbare dingetjes die hem, op jonge leeftijd, deden lijken op een Belgische renner uit de Ronde van Frankrijk. Het beste waren zijn ogen, grijs - met soms groene, soms blauwe reflecties. En er was zijn slungelige silhouet dat hem een zekere uitstraling gaf.

Begint goed, dat oude Hergé-lemma op het mode- en stijlblog Le Chouan! Over de kledingstijl van de Tekenaar: van de jongeman die zijn filmidolen imiteert en de onverhulde conservatief die kiest voor non-descripte kostuums tot de gearriveerde kunstenaar die het allemaal niet zoveel meer kan schelen.

Meest vermakelijk blijft natuurlijk de Georges die een Gary Coopertje doet:


Hier met Germaine op de stoep van zijn woning aan de Knapenstraat, halverwege de jaren dertig. Let op het pochet, in die tijd nog wel aangeduid met ‘lefdoekje’. Hergé draagt ‘m in de One Corner Up Fold, een heel eenvoudige vouw en, zoals dat dan heet, ‘toch elegant’. Geschikt voor informele en formele outfits en gelegenheden. Over het algemeen geldt hier: hoe verder het pochet uitsteekt, hoe informeler. Daar moeten we aan toevoegen: een pochet dat vér uitsteekt, vráágt om een dessin en/of een kleurtje. Maar Hergé kiest voor wit, trekt hem informeel ver uit en dat oogt niet zo lekker - toch een beetje de man met een werkbriefje in zijn borstzak.