dinsdag 3 december 2013

The Mummy Returns


I.
En wie hebben we hier?


Het is Alain Baran, professioneel danser bij het ‘Ballet du XXe siècle’ van Maurice Béjard, halverwege de jaren zeventig in Brussel.
Na zijn danscarrière treffen we hem op Zaventem:


… als secretaris van Hergé.

II.
Kunnen we, in de zee van biografische aantekeningen, een restaurantrekening uit december 1977 van een tikkeltje meer context voorzien?

Boekhouder Philippe Goddin biedt in zijn vuistdikke ‘Levenslijnen’ geen soelaas, voor een mogelijk antwoord moeten we bij Benoît Peeters zijn. In zijn ‘Fils de Tintin’ schrijft hij over de moeizame start van Alain Baran als de nieuwe secretaris van Hergé.
Baran begon zijn werk aan de Louizalaan op 4 januari 1978. De Tekenaar had hem de baan aangeboden tijdens een lunch, schrijft Peeters,

‘in een van de beste restaurants van Brussel, La Cravache d’Or’.

Rekening houdend met het tijdpad: 16 december 1977?

III.
Februari 1979: Abel Bernard, topkok van La Cravache d’Or, krijgt voor zijn kookkunsten van GaultMillau een ‘Clé d’Or’ waarna Kuifje hem een ‘Gouden Hart’ bezorgt, met de felicitaties van Hergé:


Lang kan de Franse chef de cuisine er niet van genieten, hij overlijdt niet heel veel later. De tekening werd begin dit jaar in Parijs geveild voor € 84.629. Voor die prijs heb je ook zomaar tien kilo excellente witte truffels.

IV.
Joost de Vries beklaagt zich deze week in De Groene Amsterdammer over vuistdikke biografieën waarin de nadruk ligt op onbekende logistieke bewegingen, financiële situaties en uitvoerige correspondenties. Daarin wordt, volgens de schrijver, de geest van de hoofdpersoon niet levend gehouden, maar het onderwerp juist gemummificeerd.


Tachtig jaar nadat zijn geesteskind als mummie dreigde te eindigen, is het Hergé zelf die we diep in de zwachtels hebben gedraaid.