donderdag 31 oktober 2013

Onzuivere demonen


I.
Afwijzend mailtje dinsdagavond van een A la recherche-lezer: ‘Erg flauw en makkelijk om telkens maar weer de gesprekken van Hergé met zijn psychiater belachelijk te maken!’
Is het, vroeg ik me af, ook ‘flauw en makkelijk’ om erop te wijzen dat van gesprekken nooit sprake is geweest, maar dat de Tekenaar slechts één onderhoud had met ‘zijn’ psychiater?

II.
Samenvatting van het voorafgaande*:


Neem vooral nota van de laatste alinea.


III.
Twee jaar geleden schreef Scudder me:

‘Ik meen dat ik je al eens eerder over Riklin een mail stuurde: het is één grote fabel, Hergé die bij zijn intake bij Riklin al meteen zo'n concreet advies krijgt! Dat is nog eens waar voor je geld!
Ja, Hergé heeft het verhaal zeker zo de wereld in geholpen en ja, iedereen vond het geweldig dat de meester zich zo open gaf en zich van zijn zwakste kant liet kennen. Maar tegelijk wist Hergé dat als hij zich op dit vlak zwak toonde, men niet verder zou doorvragen naar al zijn andere zwakke kanten.’


IV.
Gistermiddag legde ik pagina 656 uit LEVENSLIJNEN, over het bezoek van Hergé aan Riklin, voor aan een bevriend** psychiater. Ook hij vond de directheid van het advies ‘verdacht binnen de gekenschetste omstandigheden’. Een fabeltje, dus? Maar zo direct is hij dan weer niet:

‘Men vergeet weleens dat de psychiatrische praktijk ook gewoon een nering is. Het is voorstelbaar, althans, ik kan me het voorstellen, dat Riklin zijn advies bewust heeft afgegeven als trigger voor langduriger archetypische vervolgsessies. Inherent daaraan is het risico dat het meteen een sturende factor is. Maar je kunt altijd bijsturen, afzwakken.’

Hergé, weten we, hield het bij één gesprek en kon een onweerstaanbaar, in klare lijnen geschetst verhalend element toevoegen aan zijn biografie.


*) Afkomstig uit het weergaloze (en tot mijn schaamte hier nimmer genoemde) naslagwerk ‘Wie is wie in de wereld van Hergé’ van Jan Aarnout Boer en Ton van Sligter.
**) Zeer vriendelijk eufemisme.

dinsdag 29 oktober 2013

Archivum secretum



Fraai verzorgde uitgave van Lannoo die ik tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven hoog opgetast aantrof in het oude klokgebouw van Philips. Mooie titel ook: ‘Uit de geheime archieven van Hergé’, een directe verwijzing naar de vondst - vorig jaar maart - van tientallen archiefdozen in een dichtgemetselde kelderruimte in Céroux-Mousty. De samensteller van het boek, Michel Daubert, heeft inmiddels een deel daarvan uitgeplozen.

Daubert inventariseert onder andere de hirsutisme-collectie van Hergé: honderden prentjes uit de jaren 1895-1910 met overbehaarde vrouwen…


… en hij maakt een beeld-voor-beeldanalyse van een herstelde smalfilm die de tekenaar construeerde met zijn Zwitserse psychiater Franz Riklin:


Het grootste deel van deze voorbeeldige studie is evenwel gewijd aan de verloren gewaande briefwisseling die Hergé in de laatste jaren van zijn leven voerde met zijn eerste vrouw Germaine. In een van zijn laatste brieven aan haar refereert Georges aan een ontmoeting die hij en Fanny hebben gehad met ene Nick Rodwell (!):

Er was een spanning tussen hen voelbaar die ik als zeer onplezierig ervoer. Ik kreeg het schijt van hem, Ginette! God verhoede dat ze na mijn dood iets met die idioot aanvangt.


Kuifje, uit de geheime archieven van Hergé / Formaat: 21 x 21 cm / 482 pagina's / € 45,00 / ISBN 9789082074901

maandag 28 oktober 2013

Reusachtig (2)


Overigens zijn de groeistuipen van Irma (in JUWELEN) geenszins een incidentele uitglijder. Laten we eens kijken naar de cliffhanger op plaat 50:


Kuifje bevindt zich op een steenworp afstand van het venster waaruit hij de pianoklanken van Igor Wagner hoort. Tot zijn verbazing, want heeft hij de brave begeleider van Bianca Castafiore niet zojuist zien wegfietsen (om, vernemen we later, een waarachtige walk on the wild side te maken)? Als hij poolshoogte wil nemen, gebeurt er iets vervelends:


Onze held is gekrompen! Maar gelukkig heeft hij tussen de rozen een op dwergen toegesneden laddertje ontdekt waarmee hij het werkvertrek van Wagner kan binnendringen.

Binnenkort een grondiger ontleding van dit album, want - tienduizend miljard bliksembommen! - wie het wil zien, krijgt veel onverteerbaars voor de kiezen.

vrijdag 25 oktober 2013

Reusachtig



Opmerkelijk tafereel uit JUWELEN waarin Irma in een reuzin is veranderd.

Deed me denken aan deze ingewortelde hersenkraker:


Als je eerst een boottochtje maakt in een klomp en nadien je reis vervolgt op de rug van een bromvlieg, hoe REUSACHTIG is dat beest dan wel niet?

Enfin. Kom d’r maar in, Matthias Giesen!




Met dank aan Mars Gremmen

dinsdag 22 oktober 2013

2052


In ‘Het Bootstrap Effect’, nieuw deel in de gereanimeerde succesreeks van E.P. Jacobs, reist professor Philip Mortimer met de chronoscaaf ditmaal naar de nabije toekomst. In het Brussel van 2052 is hij aanwezig bij de feestelijke presentatie van het eerste nieuwe (volledige) Kuifje-album sinds PICAROS. Na wat obligate avonturen aanvaardt de professor de terugreis naar 1960. Door sabotage zal de chronoscaaf evenwel crashen in 1927, op de drukkerij van het ultra-katholieke dagblad ‘Le Vingtième Siècle’. Als Mortimer verschrikt en gewond uit de verwoeste tijdmachine stapt, ziet hij tussen de puinhopen het levenloze lichaam van een jonge bedrijfstekenaar…

In het tekstblok op het laatste plaatje van ‘Het Bootstrap Effect’ lezen we:

‘Met een hoofd vol angstige vragen en een geheimzinnig stripalbum in zijn bevende hand rent Mortimer door de duistere straten van Brussel.’

Op de tekening zien we Mortimer, met een geheimzinnig stripalbum in zijn bevende hand en een groot vraagteken boven zijn hoofd, door de duistere straten van Brussel rennen.

maandag 21 oktober 2013

Ezelachtig




Lithografie van plaat 109 uit AU PAYS DES SOVIETS. Uitgegeven ten bate van het World Wildlife Fund Belgium, gesigneerd door Hergé en genummerd 63/200. De tekenaar signeerde ook de overige 199 exemplaren. Erger nog: hij moest zijn krabbel plaatsen onder nóg eens negen andere genummerde litho’s, elk in een oplage van tweehonderd stuks. In totaal tweeduizend handtekeningen (exclusief de pennenvegen onder de auteursexemplaren en de exemplaren voor instellingen en musea overal ter wereld). Dit alles kort voordat hij, in zwakke gezondheid, afreisde naar het Lagio Maggiore, september 1981. ‘Vind je het gek’ schrijft een A la recherche-lezer, ‘dat die arme ziel dan een onvolkomen dédicace (‘Met harte wens’) toevoegt aan een van zijn albums?

Nou nee.

En zoetjesaan dringt tot me door dat ik iets bijzonders heb laten schieten. De gerafelde ZONNEBLOEM die D. me aanbood en die ik zo onnadenkend afwees, werd door Hergé gesigneerd op 12 september 1981. Een Nederlandstalig album, door de auteur van een boodschap voorzien… in Zwitserland. Ersatzmatroos die ik ben, met mijn ezelachtige voorkeur voor ongeschonden boeken!

vrijdag 18 oktober 2013

Uit de kast



Hergé rommelt wat in zijn dossierkast, maart 1956.

Onderwijl probeerde ik (oktober 2013) vruchteloos een programma aan een opgegeven bestand te koppelen zodat ik in de cloud een afwijkende map kon openen... En mille tonnerres de Brest, wat wilde ik graag weer eens, in een shirt met opgerolde mouwen, als een echte vent voor zo’n grijs stalen monster staan!

woensdag 16 oktober 2013

Flamand


I.

Hoe goed/slecht was Hergé de Nederlandse taal machtig? D. attendeert me op een gesigneerde ZONNEBLOEM met de boodschap ‘Met harte wens’. Komt me bekend voor en dat kan kloppen. ‘Je vond destijds dat ik te veel vroeg voor een matig album. Maar dat was het niet. Het binnenwerk was alleszins redelijk.’ Aldus mijn gemankeerde dealer.
Een onvolkomen dédicace in een dito boekblok… Voel ik daar iets van een vertraagde spijt?

II.
Reactie van A la recherche-lezer Mike van der Veer op het curieuze Nederlands (‘Met vriendelijke aandenking’) van de geestelijk vader van Kuifje:

‘Bijgaand een scan van het cijferlijstje van Remi, waaronder ‘Flamand’. Moeten we hieruit opmaken dat hij niet zo goed was in deze taal?’


Van der Veer: ‘Later heeft hij zijn kennis wat opgehaald, getuige zijn vriendelijke woorden aan mij gericht’:


III.
Over die opgehaalde kennis valt dan weer te twisten. Vraag aan D. wanneer de tekenaar zijn ‘harte wens’ in De Zaak Zonnebloem krabbelde. Betekenisvol antwoord: ‘In september 1981.’

maandag 14 oktober 2013

Talent (2)



‘Talent is het vermogen om andere mensen straffeloos als rekwisieten te behandelen.

Arnon Grunberg, zaterdag in de Volkskrant. Mijn gedachten dreven af naar het dagelijkse schouwtoneel aan de Louizalaan (‘Nog een kopje thee, Bob?’) en juist toen stak S. haar hoofd om de deur. Misprijzende blik door mijn werkvertrek.
‘Wat heb jij toch een geweldig talent om er een bende van te maken,’ zei ze.
Ik kon tegensputteren dat die bende slechts bedoeld was om de demon van de zuiverheid te doden, maar we zitten in een fase waarin woorden nogal eens ongelukkig kunnen vallen.

’s Middags bezichtigden we een vernieuwbouwde woning in de Haarlemmerbuurt. ‘Zo te betrekken,’ volgens de makelaar, een kropmens die ons langs drie etages angstwekkend witgesausde muren leidde. De ‘luxe kookbeleving’ (lees: keuken) was misschien nog wel witter. Ik overwoog om een Yeti-pak aan te trekken en er een beestenboel van te maken. Maar precies dat rekwisiet had ik verzuimd mee te brengen.

maandag 7 oktober 2013

Aandenking



Nederlandstalige dédicace van Hergé, in Het zwarte goud. Een al te letterlijke vertaling van ‘Avec l’amical souvenir’. Correct Nederlands mogen we het niet noemen, maar een ‘aandenking’ treedt bij wijlen voor de dag in de betekenis van ‘een aandenken’:


Tweemaal binnen zonder kloppen: Surinaamse krantenpoëzie…

Ook ‘Met vriendelijk aandenken’ snijdt strikt genomen geen hout, tenzij de Tekenaar bij het album een doosje bonbons heeft gevoegd. Maar misschien moeten we het Hergé niet te zeer aanrekenen. Thuis ligt immers een bokkige echtgenote in bed die al zijn aandacht opeist. Germaine worstelt in juni 1952 al vier maanden met een versplinterd dijbeen: smartelijk aandenken aan het ongeluk met de Lancia Aprilia van haar man, tijdens een inhaalmanoeuvre op de weg tussen Mousty en Céroux.



Ik knijp er even tussenuit. Volgende week verder.

donderdag 3 oktober 2013

Inkt


Gesigneerd Oor op eBay:


Een oude bekende, want luttele maanden geleden (juni) voor iets meer dan de helft van de prijs geveild in Brussel:


Edith en Lucie (Toto) zijn de dochters van Jacques Laudy. Hergé signeerde die dag voor hen ook de hagelnieuwe editie van AMÉRIQUE:


In 2010 afgehamerd in Parijs (€ 1000,-). Let op de slordige, ongeïnspireerde krabbel. En let vooral ook op de datum: 17 juni 1947. De man die het pennetje hanteert, is op dat moment zwaar overspannen en al weken niet meer op de redactie van het Weekblad verschenen. Een paar dagen eerder heeft hij vernomen dat Norbert Wallez, in de nasleep van de oorlogsjaren, is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. De volgende dag, 18 juni, stuurt de tekenaar een brief naar Charles Lesne van Casterman: ‘Zenuwinzinking, geen idee wanneer ik werk hervat’. Weer een dag later verschijnt nummer 25 van het Weekblad, zónder het vervolg van De Zonnetempel, mét een bericht voor de lezer:

‘Notre excellent ami Hergé va prendre quelques jours de repos’.

Een paar dagen? ‘Onze goede vriend’ vertrekt met zijn Germaine naar Zwitserland (‘Een huwelijksreis vijftien jaar na het huwelijk’) en De Zonnetempel wordt pas twee maanden later hervat. Enfin, kleine, dramatische geschiedenis, samengebald in inkt, in een 66 jaar oud album.

dinsdag 1 oktober 2013

Circusact



Brussel, begin jaren zeventig. Hergé werpt een blik op de pop-up editie van Vol 714*. Vanuit een ander perspectief is dit wat hij ziet:


Wat hij denkt kunnen we slechts vermoeden. Maar die open mond zegt genoeg. In de albumversie wilde de tekenaar beslist geen ruimteschip afbeelden (‘Het mysterie moet intact blijven’). Uiteindelijk liet hij zich door kletsmeier Jacques Martin overreden, met het bekende resultaat:


Dit onooglijke, halfgare ruimtescheepje is in de pop-up editie een fors Chinees bord op een stokje. Het mystieke avontuur dat Hergé voor ogen stond, is uiteindelijk verworden tot een slappe circusact.


*) Op de achtergrond, midden, een doek van Louis Van Lint, de kunstenaar die Hergé zijn eerste lessen in de abstracte schilderkunst gaf. Maar daarover kunnen we maar beter zwijgen.