zaterdag 31 augustus 2013

Welkom ‘thuis’



Twee maanden nadat S. had opgemerkt dat ze een paar dagen alleen wilde zijn om na te denken, reed ik in mijn onzalige eentje naar Parijs - vastbesloten om het advies van Arnon Grunberg op te volgen.
Verder dan Brussel kwam ik niet.
Onder de troostaankopen in het Hoofdstedelijk Gewest bevonden zich een originele cibachrome print van Nan Goldin en, opnieuw, een diepzwart werkje van Armando. In nihilisme deden ze weinig voor elkaar onder en als mentale toverdrank waren ze absoluut waardeloos.
Spijt?
Onmiddellijk.
Maar ik wilde domweg gedachteloos spenderen - en zeker niet aan een zoveelste voortbrengsel uit het universum van Hergé.

Jaren geleden, bivakkerend op het randje van de dood, durfde ik nog heel flink te beweren dat ik mijn Kuifje-verzameling trouw was gebleven. Nu konden die rotboekjes me wel degelijk gestolen worden. Wat had ik gedacht? Dat ik hier ongebreideld Germaine kon sarren met haar ontrouwe Georges omdat mijn relatie wél onwankelbaar was?

De vrouw waarmee ik oud wil worden, is terug. Dat wil zeggen: ze wil weg. Dat wil zeggen: naar een huis waar de herinneringen niet zo zwaar op drukken. Het is geen compromis. Ik moet mee - en natuurlijk ga ik mee, hoewel ik me geen ander huis en geen andere buurt kan voorstellen.

Jong worden is een slopende bezigheid.

En de grote kraakvis mag mij kraken, maar wie moet straks in hemelsnaam al die boeken in dozen stoppen?


Dinsdag: de ‘essentie van wat heet de Klare Lijn’, ofwel: een ton voor een blind paard.

donderdag 29 augustus 2013

Shaken, not stirred



Advertentie in De Telegraaf, 23 oktober 1965.

En na het verorberen van een blauw sinaasappeltje wil je graag geloven dat Jean-Pierre Talbot eigenlijk een veel betere James Bond was dan Sean Connery.

dinsdag 27 augustus 2013

Corpus delicti


Morgen staat ‘de zaak Moulinsart tegen het Hergé Genootschap’ op de rol van de rechtbank in Den Haag. Tenminste, de uitspraak. Vandaag kijken we naar de uitkomst van een ander juridisch akkefietje:


Arthur Seyss-Inquart, kort na een nogal ongunstig vonnis van de rechters in Neurenberg, op 16 oktober 1946, 02.45 uur.

Terwijl die nacht tien nazi-kopstukken hun nek braken op het touw van de Amerikaanse beul John C. Woods, lag Hergé dodelijk vermoeid op één oor. Diezelfde dag nog schreef hij een briefje aan Charles Lesne van uitgeverij Casterman: Gelieve mij te verontschuldigen voor al het rumoer met Kuifje. De tekenaar moest een gepland bezoek afzeggen. Zijn hagelnieuwe stripweekblad (nummer 5 was zojuist verschenen) slokte al zijn aandacht op.

Het één heeft hoegenaamd niets te maken met het ander.

Of moeten we opmerken dat sergeant Woods die nacht Kuifje heeft opgeknoopt?


Unieke opname van Arthur Seyss-Inquart, begin 1938. Uit het archief van Getty Images.


Met dank aan Erik Varekamp

maandag 26 augustus 2013

Te gruwelijk



Fijne luistertip van een trouwe lezer: Bathtub Blues (Capitol EAP 4-1730) van jazztrompettist George Hudson, uit 1963. Het model zit in bad met een twee jaar oud exemplaar van Tintin (nummer 675) en staart door haar strenge montuurtje naar de elfde aflevering van Les bijoux de la Castafiore. Boven de omslagtekening van Berck (1929) is nog net de titelstrook zichtbaar van Jacobs’ Le piège diabolique. Niet het soort lectuur dat je over het algemeen bij een dame in bad aantreft.

Linksonder op de hoes zien we de creditline van de fotograaf: Baumgartner. De voegen van de badtegeltjes zijn nogal smoezelig. Dat lijkt te duiden op een mannenhuishouden. Grote kans dat het model in de badkamer van de fotograaf zit en dat het stripweekblad uit zijn eigen collectie komt.

Overigens werkte Jean Baumgartner in de jaren zestig voor alle grote namen: Greco, Dalida, Bécaud… Vermeldenswaard zijn de hoesfoto’s die hij maakte voor de ongure Richard Anthony:


Let op de vuige blik van Anthony en de aarzeling bij de vrouw in het ruitjeshemd. Meisje, wegwezen daar! zou je willen roepen:


Te laat! Op COLUMBIA ESRF 20.001 wordt de situatie allengs dreigender:


En op COLUMBIA ESRF 1334 loopt het, ondanks de smeekbeden van het slachtoffer, zelfs helemaal uit de hand:


COLUMBIA ESRF 0519-07 is te gruwelijk om hier af te beelden.

vrijdag 23 augustus 2013

Zo gaat ie goed!


‘Zo gaat ie goed!,’ zei Jan Pieter Glerum glunderend. En inderdaad, de biedingen vielen onverwacht hoog uit.

Column uit de GPD-kranten van 28 oktober 1987, van Nico Scheepmaker - als kleine ode aan de veilingmeester die vanmorgen is begraven. Scheepmaker (ook al weer 23 jaar geleden ingesluimerd) bezoekt de eerste grote stripveiling van Sotheby’s en is vooral benieuwd naar het resultaat van het allereerste kavel: Abe, hot story van een voetballerina, een vroeg werkje van Theo van den Boogaard (met veel blote voetballers) en tekst van... Nico Scheepmaker.





woensdag 21 augustus 2013

De man met de hamer



Amsterdam, eind januari 2009. Links: uitroepteken dat een punt zet achter de kreet EPPO IS TERUG. Rechtsboven (goed kijken): de geest van Peter de Smet. Midden: Jan Pieter Glerum, de veilingmeester die deze week door de Almachtige werd afgehamerd op de schamele leeftijd van 70 jaar. Glerum was een stripfanaat die in 1987 de kranten haalde omdat hij de collectie van stripfanaticus Betty Bloos onder de hamer bracht. Hij was toen vierenveertig en al jaren directeur van Sotheby’s Nederland. De erotische strips die hij óók verzamelde, had hij opgeborgen in zijn kelder - veilig buiten het bereik van zijn kinderen.

Glerum, bijgenaamd The Dutch Windmill (vanwege zijn drukke armgebaren), is een keer langs geweest, eind jaren negentig, toen hij zijn bekendheid inzette bij het inzamelen van moderne kunst voor een benefietveiling. Ik schonk hem een troebele temperaschildering van Rob Birza en pronkte met mijn ándere verzameling. Waarna hij me vrolijk in mijn hemd zette met de bekentenis dat hij het verlangen naar oude boeken in nieuwstaat een idee-fixe vond. Maar hij was ook veilingmeester die zijn eerste Kuifje-vendu al achter de rug had. En dus: ‘Als je ooit wilt veilen…’.

Vele jaren later ontdekte ik dat zijn eigen veilinghuis een filiaal heeft in de Rue de Rhône, de PC Hooftstraat van Genève. We mailden over een dwingend plannetje waar hij de lol wel van inzag: een veiling bij opbod in de conferentiezaal van hotel Cornavin. Hij wilde om niet met zijn hamer zwaaien als ik de publiciteitskosten voor mijn rekening nam. De opbrengst, beloofde ik, was voor War Child waarvoor ik toen fondsen wierf.

Het is er niet van gekomen. ‘Een afscheid in cyberspace,’ noteerde ik in juni 2008 bij de start van dit blog trouwhartig. Vijf jaar later is het afscheidsfeestje nog steeds gaande en wordt er af en toe een gast levenloos het partycentrum uitgedragen.

Dag, Jan Pieter.

Welkom ‘thuis’, S.

De harmonie speelt maandag verder.