maandag 28 maart 2011

Bijzaken (2)


Bon. Hier waren we:

Maar voordat we het over CLAC gaan hebben, eerst iets over BRRROUM.

De auto is een gulle leverancier van onomatopeeën, denk aan de VROARs, de VROAPs en de VROAWs uit de cataleptische tekenpen van Jean Graton. Over diens klankentapperij merkt Joost Pollmann* op:

Ik moet bekennen dat ik nooit veel gegeven heb om de Michel Vaillant-reeks, mede omdat zijn geluidsweergave zo volstrekt monotoon is. Een beetje autoliefhebber zou moeten horen dat een Porsche 911 een heel ander gebrul voortbrengt dan een Renault Alpine, maar in de boeken van Graton klinkt alles precies hetzelfde, en voor een tekenaar die zijn leven heeft gewijd aan het afbeelden van racewagens is dat nogal treurig.

Hergé laat de technisch vooruitstrevende auto van Arturo Cartoffoli broemen. Dat is niet fantasievol en eigenlijk nogal kinderachtig. Tuut tuut, broem broem! Het zijn onomatopeeën van de Euroshopper.
En het portier, dat klakt.
Zoals er wel meer klakt in het universum van Kuifje:

Hier hebben we hét bewijs dat Haddock een snob is. Op Molensloot maakt het neerleggen van de telefoonhoorn hetzelfde geluid als het sluiten van het portier van een Lancia Aurelia B20!

Of is het net andersom?

Woensdag: waarom het niet CLAC maar CLUNK moet zijn.

*) Joost Pollman, Een indruk van echtheid (pagina 132)