maandag 8 juni 2009

1201 Gare de Cornavin (slot)



Het viel mee. De kamer had slechts een defect toilet en was verder op een geruststellende manier doorsnee vreugdeloos.
Over de aangeharkte Rue des Alpes slofte ik naar de oevers van het slaapverwekkende Meer van Genève. Wandelen in deze stad was even opwindend als kijken naar drogend behang.
In een restaurant dat letterlijk vertaald Het Gezandstraalde Kalf heette (een agrarisch fenomeen waarvan ik niet eerder had gehoord) at ik een in cider gekookte tong met mosselen. De wijn was heel veel beter.

Twee uur later, op bed, de schoenen nog aan, kort voor de explosie van het huis van professor Topolino, doorkliefde een brandende pijn mijn maag. Tegelijk klonk in mijn darmen een sinister gerommel. Instinctief wierp ik DE ZAAK ZONNEBLOEM van me af en maakte een snoekduik naar het toilet.
Terwijl ik opgelucht doortrok en mijn broek weer dichtknoopte, zag ik het vervuilde toiletwater opborrelen en over de rand spoelen.
De hulpeloze weerzin werd verdreven door nieuwe pijnscheuten in mijn maag.