vrijdag 23 januari 2009

Facsimile (3)


Rest alsnog de vraag wat D. in vredesnaam met die partij facsimile’s wilde aanvangen?
Hij wil daar geen antwoord op geven.
Het is, volgens hem, ook irrelevant, want: ‘Met die kerel die dat spul aanbood, viel niet te onderhandelen. Hij begon op bijna 10 mille, wat zó volstrekt belachelijk is, en zei steeds: dan doe ik jou een plezier en doe jij mij een plezier.’

Vooruit, om dat laatste moet ik gniffelen. Ik denk aan al die handelaren die mij ooit ongevraagd een pleziertje wilden doen. Ze duiken nog weleens op in kwade dromen.

donderdag 22 januari 2009

Voor Yves


Hoewel niet door het ziekenfonds vergoed, mag het detoxifierende bouquet van de Château Kragliedin niet worden onderschat.

Facsimile (2)


Bepaald niet hypothetische kwestie: men onttrekt op God-weet-wat-voor armzalige wijze 250 albumreplica’s aan de markt. Daarmee creëert men schaarste. En, weten we, hoe schaarser iets is, hoe hoger de prijs. Hoge prijzen zijn schaars. Alleen aan schaarste is nooit gebrek, en daarom is het voor iedereen zoveel hij wil beschikbaar.*)

*) De schaarste-paradox is een vondst van Battus alias Piet Grijs alias Hugo Brand Corstius. Los hiervan: wie kunstmatig schaarste creëert, maakt de weg vrij voor speculatie. Nu kan men met vastgoed tegen een fatsoenlijk rendement speculeren. Maar met de facsimile’s van Casterman? Kruimelarij, ik schreef het al. Veel gedoe en inspanning voor (als het allemaal meezit) een winst van een paar honderd euro. Dat is pathetisch, zéker als je je niet te slijten waar daarna in bulk alsnog moet zien kwijt te raken.

dinsdag 20 januari 2009

Verzamelaars onder elkaar


‘Vast en zeker,’ vermoedt de zus van S., ‘ontmoet je een hoop interessante mensen.’
‘Och,’ zeg ik. En ik denk aan mijn met voorsprong duurste aanschaf: de L'île Noire uit 1938 waarin Hergé heel curieus (ik merkte het al eerder op) tweemaal zijn signatuur en een boodschap plaatste: in 1957 en in mei ’68.
Voorafgaand aan die aderlating waren er de nogal uitputtende, telefonische onderhandelingen met een Vlaamse verzamelaar die precies wist hoe bijzonder zijn aanbieding was. Nadat we het eens werden over de prijs (over zijn prijs) wilde hij afspraken maken over de betaling en verzending. Ik stelde voor om het album persoonlijk af te halen.

Hoopte ik weer eens op een goed gesprek? Verzamelaars onder elkaar? Moest ik dan niet beter weten, inmiddels?

A. woonde in de Vissenbuurt in Gent (‘Je pakt best eerst de Forelstraat’). De bel weigerde. Aarzelend klopte ik op de deur. Er klonk geschuifel, gerammel van een sleutelbos. Drie sloten gingen van het slot. De vrouw die me aanstaarde, zag er in haar morsige badjas uit als een drenkeling die alle hoop had laten varen.
‘Ik kom voor… uw man?’ waagde ik te zeggen.
Ze zuchtte, draaide zich naar het overvolle vestibuletafeltje waarvan ze een plastic tasje griste.
Een stapeltje kranten gleed op de vloer.
Terwijl ze het tasje in mijn handen drukte, ontsnapte haar opnieuw een diepe zucht. Ze knikte en sloot, zonder een woord te hebben gezegd, de deur.
Ik haalde de envelop met het Belgische bankpapier uit mijn binnenzak en duwde hem door de brievenbus, voorzichtig en erop bedacht dat ik de vrouw van de arme A. met deze handeling niet te zeer vermoeide.

maandag 19 januari 2009

Facsimile (1)


Wat had ik dan verwacht? Dat D. zich koest hield als een kiezelsteen? Zaterdag werd hij uit het ziekenhuis ontslagen. Diezelfde avond bederft hij de broeierige introductie van Clouzots Le salaire de la peur. S. zet ontstemd de dvd-speler op pauze. En D. beklaagt zich in mijn mobiele telefoon over het woord kruimelaar.
‘Zo ken ik je niet,’ zegt hij . ‘En ik meende toch te weten dat je mij beter kende.’

Is met zijn appendix ook zijn laconieke levensinstelling verwijderd?

Ter verdediging schermt hij met details. De partij facsimile’s waarvan hij een overname besprak, omvatte in totaal bijna 250 albums waaronder een onevenredig hoog aantal EENHOORNs en RACKHAMs.
Ik wil het helemaal niet horen.
Ik zeg dat het me niet interesseert.
‘Wat zit je nou eigenlijk dwars?’ werpt hij me voor de voeten.
Maar het ambigue gevoel van teleurstelling kan ik onmogelijk in een paar zinnen vangen.
S. wordt ongeduldig en tovert de bevroren Yves Montand met een druk op de afstandsbediening weer tot leven.
‘Ik moet erover nadenken,’ houd ik de boot af.

vrijdag 16 januari 2009

Kleine ingreep


D. ging onderuit op de dag dat hij langdurig had onderhandeld over de overname van een curieus omvangrijke partij facsimile’s.
Hij wrijft over zijn buik. ‘Die pijn! Ik dacht, dit is het nu.’
Ik vermoed de hand van God.
Onze Lieve Heer houdt niet van kruimelaars. En wat is het gesjacher met die albumreplica’s nu méér dan een armetierig soort knopen- en kralenhandel?

donderdag 15 januari 2009

Déjà lu


Op bezoek bij D. die na een uit de hand gelopen blindedarmontsteking een spoedoperatie heeft ondergaan. Zijn gezicht is grijs als gebruikt afwaswater.
‘Hoe gaat het?’ vraag ik bezorgd.
‘Slecht,’ zegt hij monter.
‘Maar met mij gaat het slechter,’ beweert zijn buurman wiens gipsen benen in een stellage van kettingen en buizen bungelen.
‘Niet naar luisteren,’ gebiedt D. die zich iets omhoog beweegt. ‘Met mij gaat het werkelijk slecht.’
‘Geen sprake van,’ is de zekere reactie naast hem.
Beiden krijgen de slappe lach.
En voor deze mislukte kropdragers heb ik twee uur in de auto gezeten.

dinsdag 13 januari 2009

Bobbie zag niet alles (2)


Of course Tintin's gay. Ask Snowy, kopt The Times. Het bewijs? Snowy saw everything...
Zeker nooit COKES IN VOORRAAD gelezen?
Dit zou weleens het meest uitgesproken homoseksuele album van Hergé kunnen zijn, tenminste: voor wie het per se zo ervaren wil. De veelbetekenende blikken die Kuifje op zijn vriend Haddock werpt, zijn hier niet meer op de vingers van één hand te tellen. En zie eens hoe onze jonge held aan de kaartentafel knus tegen de kapitein hangt…! Voor een parallel met de seksueel ambivalente Matt Damon in The Talented Mr. Ripley hoef je geen roze bril op te zetten.
En dan.
Pagina 58.
Eerste strook. Eerste plaatje.
Kuifjes ogen verslinden voor de zoveelste maal het object van zijn affectie. De jaloerse Bobbie springt woedend tegen hem op. En wat doet zijn baasje?
Juist...
Bobbie zag niet álles.

maandag 12 januari 2009

Bobbie zag niet alles (1)


Mailtje van een dagbladjournalist. Of ik mijn medewerking wil verlenen aan een telefonisch interview ‘over de homoseksualiteit van Kuifje’. De alinea die daarop volgt, geeft een deprimerend beeld van de werkwijze van sommige verslaggevers:

‘Ter afronding van mijn artikel zoek ik nog een citaat waarin iemand liefst met een aansprekelijk (sic!) voorbeeld aangeeft dat Kuifje inderdaad wel homo moet zijn. Eventueel kan ik je een aantal voorbeelden van een dergelijk citaat mailen. Als je je in een van deze citaten kunt vinden wil je misschien hier je naam aan verbinden, dan kan verder telefonisch gesprek ook achterwege blijven. Scheelt jou en mij weer tijd! Het spreekt uiteraard vanzelf dat ik de naam van je blog in mijn stuk zal noemen.’

Op deze brutaliteit is eigenlijk maar één antwoord mogelijk.
Flikker een eind op.
Maar het winterweer stemt me prettig mild. En dus. Klik. Prullenbak.

vrijdag 9 januari 2009

Lang is de spijt


Hardnekkige angstdroom: alles van de hand doen en blijven zitten met de spijt van wat nooit is geweest, maar wel had kunnen zijn.
De CIGARES die ik toen niet heb gekocht.
Keurig album met signatuur en een ingeplakte polaroid waarvan de kleurbalans was verschoven naar rood-bruin en het contrast goeddeels verdwenen. En toch: de Tekenaar die ingespannen zijn krabbel zette, bleek nog eenvoudig te herkennen.
Maar de prijs was te hoog en de verkoper te onvriendelijk om mee te onderhandelen. En dat de spijt juist niet zou verbleken, daar kwam ik pas veel later achter.

donderdag 8 januari 2009

Kwestie van vertrouwen


J. die ons tijdens de jaarwisseling zijn appartement in Central Brooklyn aanbood, heeft een jaloersmakende collectie oude jazz op vinyl. De originele Prestige-persing van Sonny Rollins’ Saxophone Colossus schurkt zich achteloos tegen de zeldzame Blue Note-box met de fifties sessies van de geweldige (en geweldig onderschatte) Hank Mobley aan. Als er iemand is die snapt dat J. niet wil dat zijn gasten met hun tengels aan dit kostbare materiaal zitten, ben ik het.
Hij had een vriendelijk briefje kunnen neerleggen.
Dat deed hij niet.
Domweg heeft hij de rubber snaar uit zijn platenspeler gehaald.
Na deze ontdekking voelen we ons prompt de gewantrouwde zigeuners die gedoogd worden op het domein van Haddock. Voor straf breken we J.’s wijncollectie aan. Zijn kurkentrekker heeft hij niet weggestopt.

woensdag 7 januari 2009

Leuke dingen


Goed.
Goede voornemens.
Goede voornemens zijn cheques die je int bij een bank waar je geen rekening hebt lopen.
Hier moet ik voorzichtigheid betrachten, want S. meent dat ik me te veel verschuil achter citaten. Toepasselijke citaten weliswaar, maar toch: citaten.
‘Of je hebt het er gewoon niet meer over,’ zegt ze met een afwijzende blik op haar gezicht. ‘Of je maakt waar wat je jezelf hebt beloofd. En van de opbrengst doen we leuke dingen.’

Het is Nieuwjaarsdag. We snoepen van bruschetta in café 2, de lunchruimte van het MoMa, het Museum of Modern Art in Manhattan. S. heeft van haar agent premium tickets gekregen voor de Broadway-adaptatie van The 39 steps. Eerder al zagen we Cedar Walton enthousiast zijn piano mishandelen in de legendarische Village Vanguard-jazzclub. Zouden we tijd hebben dan haalden we nog bagels in Dropsie Avenue of bezochten we elders in dit onmetelijke land een conservenfabriek. Maar voor S. is het niet genoeg. Als ik mijn verzameling verkoop, beweert ze doodleuk, kunnen we leuke dingen doen.

(Boudewijn Büch sprak in dit verband ooit ostentatief en gezwollen over het ‘saldo-axioma’. De waarde van een collectie speelt zelden een rol bij het afscheid nemen ervan, simpelweg omdat de eigenaar het geld niet direct nodig heeft. ‘Alleen als ik aan de grond zit, zou ik kunnen overwegen mijn hele boekencollectie te verkopen,’ zei Büch. Als een bankroet de enige dwingende reden is om afscheid te nemen van mijn Kuifje-albums, biedt het crisisjaar 2009 goede hoop.)