donderdag 4 december 2008

Lot 376 (3)


Eigenlijk zou het hier over Wim Beeren moeten gaan, over een wonderlijke lunch en over mijn faux pas daarbij om de voormalige museumdirecteur van het Amsterdamse Stedelijk lastig te vallen met een opgewonden verhaal over de kostbare aanschaf van een schets van Hergé. Beeren leek niet bijster geboeid, maar later die middag kwam hij er onverhoeds op terug: ‘Geloof je nu werkelijk dat de kunstwereld een mallemoer geeft om die memorabilia?’
Enigszins beledigd wierp ik tegen dat het hier dus wél om Europees cultureel erfgoed ging, om een roestvrijstalen icoon. Maar Beeren wuifde mijn bezwaren weg met de constatering dat die iconische waarde aan corrosie onderhevig was, want: ‘niet generatie-overschrijdend’. Hij betoogde dat de mensen die opgegroeid waren met Kuifje nu op plekken in de samenleving bivakkeerden waarin zij hun jeugdheld levend konden houden en hij verwees expliciet naar eindredacteuren in de klassieke media. ‘Geven zij het stokje door dan verdwijnt de aandacht en verbleekt jouw zogenaamde icoon. Ik heb het al te vaak en te veel met zogenaamde eeuwigheidsklassiekers zien gebeuren.’

Dat was in het najaar van het 1998. Beeren is inmiddels alweer acht jaar dood. Geloofde ik hem (of: wilde ik hem geloven)? Als gezegd: eigenlijk zou het daarover moeten gaan. Maar S. roert zich. Ze mist de contemplatie uit de begindagen van dit blog. ‘Je maakt nu kabaal terwijl ik je stilte veelzeggender vond.’
Ik zeg dat ik de zaken weer ouderwets ga aanpakken.
‘Heus?’ vraagt ze.
Ik zwijg duidelijke taal.

Volgende week: hoe een veilinghuis met een ‘prijsgarantie’ de markt manipuleert én het schrijnende slot van De Zaak V.